Mattheüs
‘Mattheüs verzamelde de woorden in een Hebreeuws dialect en
iedereen heeft deze zo goed als hij kan vertaald. “Papias”
(Leerling van de apostel Johannes)
Het
Evangelie
van
Mattheüs,
of
eigenlijk
Mattatias,
bevat
het
meest
complete
getuigenis
over
Jezus
in
de
Bijbel.
Ook
de
profetieën
over
deze
tijd
zijn
het
meest
uitgebreid
in
zijn
verslag
opgenomen,
zij
geven
hoop
op het koninkrijk dat JHVH en Zijn Zoon ons beloofd hebben.
Download
hier
gratis
het
vertaalde
Hebreeuwse
Mattheüsevangelie
of
bestel
voor
€ 5,00 (excl. BTW)
een exemplaar van de vertaling.
Een
uitgebreide
vertaling
van
het
Mattheüs
evangelie
met
Strong
codering
(129
pagina’s)
is
voor
€ 7,00 (excl. BTW) te bestellen.
Volgens
Jerome
(370-420
na
Christus)
heeft
Mattheüs
ook
een
Hebreeuws
voorevangelie
vanaf
de
geboorte
van
Mirjam
tot
aan
de
tienertijd
van
Jezus
geschreven.
Een
Nederlandse
vertaling
hiervan is het ‘
Pre evangelie van Mattheüs
’
.
Omdat
Jezus
profetische
woorden
voor
onze
tijd
van
groot
belang
zijn
om
te
onderzoeken
en
begrijpen,
én
in
het
Hebreeuws
veel
meer
informatie
bevatten
dan
de
ons
bekende
vertalingen,
is de tekst van deze profetieën hieronder opgenomen.
Mattheüs 24
(P)
Profetieën voor de gelovigen in de eindtijd.
1.
Nu
gebeurt
het,
als
Jezus
bij
de
tempel
aankomt,
dat
Zijn
leerlingen
Hem
attenderen
op
de tempelgebouwen.
2.
Hij
zegt
tegen
hen:
‘Kijk
goed,
ik
verzeker
u
dat
alles
vernietigd
zal
worden
en
geen
steen
op de ander zal blijven.’
3.
Zittend
op
de
Olijfberg,
tegenover
het
huis
van
het
heiligdom,
vragen
zij,
Petrus,
Jochanan
en
Andreas,
Hem
vertrouwelijk:
‘Wanneer
zal
dit
alles
plaatsvinden
en
wat
zal
het
teken
ervan
zijn?
Wanneer
start
het
en
wanneer
zal
de
voltooiing
van
de
eeuwige
wereld
en
Uw
komst zijn?’
4.
Jezus antwoordt hen: ‘
Waak, zodat u niet zult dwalen onder de mensen.
5.
Verblinden
zullen
in
mijn
Naam
komen
en
zeggen:
‘Ik
ben
de
messias,’
om
u
te
doen
dwalen.
6.
En
u
moet
bijzonder
opletten
als
oorlog
wordt
gevoerd
met
verenigde
legers.
Waak,
zodat
dit
alles
u
niet
misleidt,
let
op,
dit
betreft
de
afrondende
aankomst,
maar
die
bepaalde
tijd
zal
het einde nog niet zijn.
7.
De
ene
samenleving
zal
tegen
de
andere
samenleving
opstaan,
en
het
ene
koninkrijk
tegen
het
andere
koninkrijk,
er
zullen
vele
onlusten
zijn,
geweldige
lasten
en
aardbevingen
op
diverse plaatsen.
8.
Dit alles is het begin van het lijden.
9.
Dan
zal
u
een
verbod
opgelegd
worden
dat
u
in
het
nauw
brengt,
u
zult
gedood
worden
en u zult door alle volken veracht worden om mijn Naam.
10.
Op
dat
moment
zullen
velen
razend
zijn,
trouweloos
met
elkaar
omgaan
en
woedend
op
elkaar zijn.
11.
Leugenachtige profeten zullen opstaan en velen persoonlijk misleiden.
12.
Vanwege de toenemende goddeloosheid zal de liefde van velen verflauwen.
13.
Maar wie tot de voltooiing blijft verwachten zal gered worden.
14.
En
onderzoek
naar
dit
goede
nieuws,
met
andere
woorden
het
verlangen
naar
de
vreugdevolle
periode,
zal
over
heel
de
aarde
tot
een
getuigenis
aan
alle
samenlevingen
zijn,
op
dat moment zal de oogst voltooid worden.
15.
De
anti
christus
en
deze
gruwelijke
afgod
zal,
in
overeenstemming
met
wat
Daniël
gezegd
heeft, op de heilige plaats staan, de verkondiger zal dit begrijpen.
16.
In die tijd zal wie dankzegt ontkomen en verheven worden.
17.
Zo’n huis zal niet instorten, er overkomt niets aan zijn huis.
18.
Wie op het land is moet niet omkeren om zijn kleding mee te nemen.
19.
Wee hen die zwanger zijn en wie de borst geven in die dagen van weeën.
20.
Bid tot God dat uw vlucht niet in de winter of op de sabbat zal zijn.
21.
Dan
zal
er
een
grote
verdrukking
zijn,
die
met
geen
klaagzang
te
bezingen
zal
zijn,
vanaf
de schepping van de eeuwige wereld tot nu toe, er zal geen smachtend verlangen zijn.
22.
Ware
het
niet
dat
wat
te
gebeuren
staat
in
die
dagen
van
weeën
ingeperkt
zou
zijn,
dan
zou
geen
enkel
lichaam
gered
worden,
behalve
de
vrucht
van
de
uitgekozenen
en
die
is
beperkt
in die dagen van weeën.
23.
En als iemand in die tijd tegen u zegt:
‘Hier is de messias,’
of:
‘Daar,’
geloof hem dan niet.
24.
Deze
messiaanse
opkomst
is
bedrieglijk,
met
profetische
leugens
en
grote
tekenen
en
wonderen,
waarmee,
alsof
dat
mogelijk
zou
zijn,
zij
komen
om
juist
de
uitgekozenen
te
misleiden.
25.
En
als
zij
u
zeggen:
‘Daar
in
de
woestijn!’
Ga
er
niet
binnen,
of:
‘Daar
in
de
binnenkamer!’
Geloof hen niet.
26.
Ik heb het u gezegd, voordat het zover is.’
(P)
Het teken van de terugkomst van Jezus.
27.
Jezus
zegt
ook
tegen
Zijn
leerlingen:
‘
Als
een
bliksem
komende
uit
het
oosten
die
gezien
wordt tot het westen, zo zal de komst van de Mensenzoon zijn.
28.
Daar
waar
de
plaats
van
het
lichaam
is,
zal
het
monument
van
de
vriendschap
van
de
arenden zijn.
29.
Op
datzelfde
moment,
aanschouw
plotseling
andere
weeën
die
dagen,
de
zon
zal
verduisteren
en
de
maan
geen
licht
werpen
en
de
sterren
zullen
uit
de
hemel
vallen,
de
krachten van de hemel versmelten.
30.
Op
dat
moment
zal
het
teken
van
de
Mensenzoon
aan
de
hemel
komen,
alle
volken
op
aarde
zullen
huilen
en
precies
de
Mensenzoon
zien.
De
dichtheid
van
de
lucht
geeft
hevige
doodsangst en de huid zal vreselijk branden.
31.
En
Hij
zal
Zijn
engelen
sturen,
met
de
bazuin
en
een
intens
geluid,
die
Zijn
eigen
uitgekozenen
vanuit
de
vier
windhoeken
van
de
hemel
zullen
verzamelen.
Van
het
ene
uiterste
tot het andere uiterste van de hemel.’
(G)
De gelijkenis van de bloeitijd.
32.
‘Van
het
hout
van
de
vijgenboom
leert
u
deze
gelijkenis,
wanneer
u
de
takken
en
bladeren ziet groeien, dan zult u weten dat
33.
Hij voor de deur staat.
34.
Ik
verzeker
u,
dat
het
niet
voor
deze
generatie
is,
tot
op
het
moment
dat
er
inzicht
is,
dan
zullen deze dingen gebeuren.
35.
Hemel en aarde gaan naar een verder gelegen gebied,
36.
en
niemand
weet
iets
van
die
dag
en
die
tijd,
ook
de
engelen
in
de
hemel
niet,
maar
de
Vader alleen.’
(P)
De tijd is vergelijkbaar met die van Noach.
37.
Daarna
zegt
Jezus
tegen
Zijn
leerlingen:
‘(Zoals)
tijdens
de
dagen
van
Noach,
zo
zal
het
zijn in de dagen van de Mensenzoon.
38.
Precies
zoals
voor
de
zondvloed,
als
zij
eten,
drinken
en
zich
vermenigvuldigen,
tot
de
dag van Noach en de ark aanbreekt,
39.
als
zij
nog
niets
beseffen,
tot
de
zondvloed
komt
en
hun
vernietigende
valkuil
wordt,
zo
zal de komst van de Mensenzoon ook zijn.
40.
Dus
als
er
twee
het
land
zullen
ploegen,
een
ervan
rechtvaardig
en
de
ander
boosaardig,
dan zal de een gevangen genomen worden en de ander vrijgelaten.
41.
Van
twee
vrouwen
die
zorgeloos
samen
aan
het
malen
zijn
wordt
de
een
gevangen
genomen
en
de
ander
door
een
wolk
overschaduwd.
Dat
is
omdat
de
engelen
aan
het
einde
van
de
aloude
wereld
alle
struikelblokken
van
de
wereld
zullen
wegnemen
en
de
goeden
van
de
slechten zullen scheiden.’
(G)
Waak als een trouwe dienaar bij afwezigheid van zijn meester.
42.
Ook
zegt
Jezus
tegen
Zijn
leerlingen:
‘
Waak
dus
met
mij,
want
u
weet
niet
op
welke
moment uw Meesters komen.
43.
Dus
moet
u
weten
dat
als
iemand
zou
weten
hoe
laat
de
dief
zou
komen,
dan
zou
hij
waken, niet vertrekken en zich thuis verenigd hebben.
44.
U
moet
dus
voorbereid
zijn,
omdat
u
het
tijdstip
niet
weet
wanneer
de
Mensenzoon
toebereid aankomt.
45.
Wat
vindt
u
van
de
betrouwbare
slaafen
de
wijze
die
uit
naam
van
zijn
Meester,
de
kleine
kinderen op de juiste tijd te eten geeft?
46.
Zo’n slaaf is gezegend, nederig als zijn Meester, als hij zo bezig is.
47.
Gesteund, zeg ik u, in zijn handpalm zijn de kleine in de steek gelaten kinderen.
48.
Maar
als
die
slaaf
slecht
is
en
in
zijn
hart
zegt:
‘De
komst
van
mijn
Heer
is
wegens
onrust
vertraagd,’
49.
hij het werk van zijn Heer begint te vernielen en eet en drinkt met nietsnutten,
50.
dan komt de Meester waarop hij niet gewacht heeft op een moment dat hij niet kent,
51.
en
de
verstrooiden
en
wie
bezittingen
hebben
zullen
hun
deel
ontvangen,
samen
met
de
huichelaars, waar het huilen en tandenknarsen zal zijn.’
Mattheüs 25.
(G)
De vijf domme en vijf wijze maagden.
1.
Het
volgende
wat
Jezus
tegen
Zijn
leerlingen
zegt
is:
‘
Het
koninkrijk
der
hemelen
is
vergelijkbaar
met
tien
maagden
die
de
‘lamp
van
Jah’
meenemen
en
op
weg
gaan
om
de
Bruidegom en bruid te ontmoeten.
2.
Vijf van hen tonen luiheid en domheid, en vijf van hen zijn scherpzinnig en wijs.
3.
De vijf domme onderscheiden zich door hun ‘lamp van Jah’ zonder olie mee te nemen.
4.
De vijf wijzen nemen olie in hun binnenste mee, samen met hun ‘lamp van Jah.’
5.
De Bruidegom wordt opgehouden en het gebeurt dat zij door dit oponthoud inslapen.
6.
Nu
gebeurt
het
dat
tegen
middernacht
een
stem
roept:
‘Luister!
Hier
komt
de
Bruidegom,
kom naar Hem toe!’
7.
Dan maken de maagden zich klaar en inspecteren hun ‘lamp van Jah.’
8.
De
domme
maagden
zeggen
tegen
de
wijze:
‘
Geef
ons
wat
olie,
onze
lampen
staan
droog.’
9.
De
wijzen
antwoorden
hen
dit:
‘Ga
alstublieft
naar
de
verkopers
en
koop
voor
uzelf,
wij
hebben niet genoeg olie, wij hebben de lamp zelf nodig.’
10.
Als
zij
weggegaan
zijn
om
te
kopen
komt
de
Bruidegom,
zij
die
toebereid
zijn
gaan
de
bruiloftsceremonie binnen en de poort wordt gesloten.
11.
Hierna
komen
de
dommen
terug
en
zij
roepen
dit
bij
de
poort:
‘Doe
ons
open
Heer
van
ons!’
12.
Dan antwoordt Hij hen: ‘Ik verzeker u, ik weet niet wie u bent.’
13.
Wees daarom waakzaam, want u weet de dag noch het uur dat de Bruidegom komt.’
(G)
Uw talenten uitbreiden met geestelijke talenten of niet?
14.
Verder
zegt
Jezus
ook
tegen
Zijn
leerlingen:
‘
Een
andere
vergelijking
met
het
koninkrijk
in
de
hemelen
gaat
over
een
Mens
die
een
verre
reis
is
gaan
maken.
Hij
roept
Zijn
eigen
slaven
en
verdeelt Zijn rijkdom onder hen.
15.
De
eerste
van
hen
geeft
Hij
vijf
gouden
munten,
de
tweede
geeft
Hij
twee
gouden
munten en de derde man één, Hij geeft hen het bedrag dat zij wensen. Dan gaat Hij op reis.
16.
En de ontvanger van vijf gouden munten gaat op weg en verdient er vijf bij.
17.
Net
als
de
volgende
die
er
twee
ontvangen
heeft
op
weg
gaat,
ermee
koopt
en
verkoopt
en er nog vijf bij verdient.
18.
Ook
degene
die
er
één
ontvangen
heeft
gaat
op
weg,
graaft
[een
gat]
in
de
grond
en
begraaft juist de rijkdom van zijn Meester[s].
19.
En
na
vele
dagen
komt
de
Heer
van
de
slaven
met
weeën
binnen
en
vraagt
hen
rekenschap van het geld.
20.
Dan
komt
degene
die
vijf
goudstukken
ontvangen
heeft
dichterbij
en
zegt:
‘Meester
U
heeft mij vijf goudstukken gegeven en kijk, hier zijn Uw vijf andere die geestelijk zijn.’
21.
Zijn
Heer
antwoordt
hem:
‘U
bent
werkelijk
een
goed
vakman
geweest.
Omdat
u
als
vakman weinig tot veel heeft gemaakt, kom blij bij uw Heer.’
22.
Daarna
komt
degene
die
twee
goudstukken
ontvangen
heeft
en
zegt:
‘Mijnheer,
U
gaf
mij
twee goudstukken en hier zijn twee andere die geestelijk zijn.’
23.
En
zijn
Heer
zegt
tegen
hem:
‘U
bent
werkelijk
een
goed
vakman
geweest.
Omdat
u
als
vakman weinig tot veel hebt gemaakt, kom blij bij uw Heer.’
24.
Tenslotte
komt
degene
die
er
één
ontvangen
heeft
dichterbij
en
zegt:
‘Ik
weet
Heer
dat
U
hebzuchtig
en
streng
bent,
U
oogst
waar
U
niet
gezaaid
heeft
en
U
verzamelt
wat
U
niet
uitgestrooid heeft.
25.
Dus uit angst heb ik Uw goudstuk begraven, hier heeft U het Uwe.’
26.
Zijn
Meester
antwoordt
dit:
‘U
heeft
slecht
gewerkt
en
bent
lui
geweest,
ondanks
dat
u
van
mening
bent
dat
ik
beangstigend
ben,
dat
ik
oogst
waar
ik
niet
gezaaid
heb
en
verzamel
wat ik niet verstrooid heb,
27.
had
u
nog
altijd
uw
rijkdom
aan
mijn
koningstafel
in
moeten
leveren
en
bij
mijn
aankomst
mijn eigenheid met geestkracht terug moeten geven.’
28.
Neem
hem
daarom
het
goudstuk
af
en
geef
het
genadig
aan
degene
die
vijf
goudstukken
winst gemaakt heeft.
29.
Wie
heeft
zal
gegeven
worden
en
wie
niet
heeft,
verdient
het
dat
zijn
geld
wordt
afgenomen.
30.
Werp de luie slaaf in de diepste duisternis waar hij opnieuw zal huilen en tandenknarsen.’’
(P)
Het oordeel door de Mensenzoon, de schapen worden van de bokken gescheiden.
31.
Hierna
zegt
Jezus
tegen
Zijn
leerlingen:
‘En
wanneer
de
Mensenzoon
komt
en
met
Zijn
engelen verschijnt, dan zal Hij plaatsnemen op Zijn glorieuze troon.
32.
Dan
zullen
alle
samenlevingen
voor
Hem
verzameld
worden
en
Hij
zal
ze
scheiden,
zoals
een Herder de schapen van de bokken scheidt.
33.
Dan plaatst Hij de eigen schapen aan Zijn rechterhand en de bokken aan Zijn linkerhand.
34.
Dan
spreekt
Hij
tegen
de
gelukkigen
aan
Zijn
rechterhand:
‘Kom
gezegenden
van
mijn
Vader
en
beërf
de
hemelse
koninkrijken-
die
voor
u
zijn
klaargemaakt
vanaf
de
schepping
van
de eeuwige wereld tot nu toe.
35.
Want
ik
heb
honger
gehad
en
u
heeft
mij
te
eten
gegeven,
ik
heb
dorst
gehad
en
u
heeft
mij te drinken gegeven, ik ben te gast geweest en u heeft mij opgenomen.
36.
Ik
ben
naakt
geweest
en
u
heeft
mij
kleding
gegeven,
ziek
en
u
heeft
mij
bezocht,
in
de
gevangenis en u bent naar mij toe gekomen.
37.
Dan
zullen
de
rechtvaardigen
antwoorden:
‘O
Heer
van
ons,
wanneer
hebben
wij
U
hongerig gezien en hebben wij U gevoed, dorstig en hebben U te drinken gegeven?
38.
Naakt en U aangekleed?
39.
Ziek en hebben wij U bezocht, in de gevangenis en zijn naar U toe gekomen?’
40.
En
de
Koning
zal
hen
het
volgende
antwoorden:
‘Ik
verzeker
u
dat
iedere
keer
dat
u
dit
voor
een
arme
gedaan
heeft
of
iets
dergelijks
aan
één
van
deze
onbeduidenden,
toen
heeft
u
dat voor mij gedaan.’
41.
Daarna
richt
Hij
Zich
tot
degenen
aan
Zijn
linkerhand:
‘Ga
weg
van
mij
ontspoorden,
naar
het eeuwige vuur, de plaats die klaargemaakt is voor u en de duivel met zijn engelen.
42.
Want
ik
heb
honger
geleden
en
u
heeft
mij
geen
eten
gegeven,
ben
dorstig
geweest
en
u
heeft mij geen drinken gegeven.
43.
Ik
ben
te
gast
geweest
en
u
heeft
mij
niet
opgenomen,
naakt
en
u
heeft
mij
niet
aangekleed, ziek en in de gevangenis en u heeft mij niet bezocht.’
44.
Dan
zullen
ook
zij
antwoorden
en
tegen
Hem
zeggen:
‘Wanneer
hebben
wij
U
hongerig
en
dorstig
gezien
Heer,
te
gast
en
naakt,
ziek
of
in
de
gevangenis
en
hebben
wij
U
niet
gediend?’
45.
Dan
zal
Hij
hen
het
volgende
antwoorden:
‘Ik
zeg
u
dat
op
alle
momenten
dat
u
dit
niet
gedaan
heeft
voor
een
van
deze
armen
en
onbeduidenden,
toen
heeft
u
dit
niet
voor
mij
gedaan.’
46.
Zij
zullen
naar
de
afgrijselijke
eeuwige
wereld
gaan
en
de
rechtvaardigen
naar
de
levendige eeuwige wereld.’’
Einde
Gezegend wie rechtvaardigheid najagen.
Jezus zegt in het
Hebreeuwse Mattheüs:
‘Iedereen die binnenkomt en mij wil
volgen moet zichzelf gering achten,
hij neemt de schering en de inslag,
met andere woorden (het kruis), gaat
de confrontatie met de dood aan en
volgt mij. Ieder die zijn ziel wil
redden zal haar verliezen, wie zijn
leven verliest door onderzoek te doen
naar mij zal zijn ziel redden voor de
toekomst. Wat is onrechtvaardige
winst voor een mens met overvloed
in deze wereld, als zijn ziel voor
eeuwig verloren zou gaan? En is het
wel een goede deal voor wat mensen
doen als zij, in de rechtszaak,
vanwege zaken die volledig vernietigd
zullen worden als verliezers naar de
hel zullen gaan? De Zoon van God zal
komen in de majesteit van Zijn Vader
in de hemelen, met Zijn engelen, om
bij ieder mens terug te komen op zijn
daden. Ik verzeker u dat sommigen
die hier staan de dood niet zullen
smaken totdat zij de Zoon van God
zien komen naar Zijn koninkrijk.’
Mattheüs 16:24-27